zaterdag 18 oktober 2014

De verrassing

Het gezoem van de wekker maakt hem wakker. Lui steekt hij zijn hand uit en drukt op de uitknop. Hij rekt zich uit en voelt naast zich, hij voelt een koude lege plek. Annemiek is al uit bed. Hij rolt naar de rand van het bed en staat op. Als hij op de overloop staat hoort hij haar zachtjes zingen. Snel duikt hij de badkamer in.
Annemieke kijkt op, met een schuin hoofd luistert ze naar het water van de douche. De tafel is gedekt voor het ontbijt, de krant ligt netjes opgerold naast de koffie. Ze voelt even aan haar buik en glimlacht.


Karel komt naar beneden en kijkt om de hoek van de keukendeur. Hij ziet haar staan bij het aanrecht. Ze draagt een korte zeegroene zomerjurk. Ze is licht opgemaakt en haar wangen blozen, om haar lippen ligt een glimlach. Waarom is ze de laatste tijd zo vrolijk? Ze draagt steeds vaker jurkjes terwijl ze normaal altijd een broek aan heeft.
Hij kucht zachtjes en loopt de keuken in. “Oh, goedemorgen lieverd,” zegt ze, terwijl ze zich omdraait, “ik had je niet gehoord, wil je koffie?” Hij knikt en pakt de krant. Voorzichtig gluurt hij over de rand, ze heeft weer die vreemde blik in haar ogen. Karels ogen dwalen langs de krantkoppen. Met een zucht legt hij de krant weg.
“Ik heb het vandaag weer erg druk,” zucht hij, “ik weet niet hoe laat ik vanavond thuis ben.”
Annemiek kijkt hem aan. “Oké, bel je even als je naar huis komt?”
Karel kijkt haar aan, waarom moet hij bellen? “Nee, zet mijn eten maar in de oven. Ik warm het wel op als ik thuis kom.”
Annemiek haalt haar schouders op. “Je moeder komt vandaag koffie drinken, zal ik vragen of ze deze zomer een paar dagen hier komt?”
“Dat is een goed idee, anders zit ze maar alleen in haar flatje en heb jij ook wat gezelschap als ik op werk zit.”
Annemiek lacht. “Ja, dat dacht ik dus ook al. Ik zal het haar straks meteen vragen.” Karel staat op. “Nou, lieverd tot vanavond.” Hij geeft een kus op haar voorhoofd en ruikt haar parfum. Annemiek loopt achter hem naar de voordeur. “Dag, maak je het niet heel erg laat?” Hij steekt zijn hand omhoog terwijl hij naar de auto loopt. “Ik beloof niets!”

Annemiek ruimt de tafel af, ze zet de radio aan en neuriet zachtjes mee met de muziek. Als de afwas gedaan is zakt ze met een kop thee op een stoel. Ze pakt de telefoon en belt haar schoonmoeder.
“Hoi Anja, met mij. Ik ga zo naar het ziekenhuis.”
Anja klinkt blij. “Oh, Annemiek ik hoop zo dat het allemaal goed is! Bel je me nog als je de uitslag weet?”
Annemiek glimlacht en voelt weer aan haar buik. “Natuurlijk, bel ik je. Ik heb aan Karel voorgesteld dat je deze zomer een paar dagen hier komt. Hij vond het een goed idee.”
“Fantastisch, dan kan ik je mooi helpen met de kamer!”

Karel zit op kantoor en staart voor zich uit, Annemiek doet de laatste tijd zo vreemd. Wat is er toch aan de hand? Ze kleedt zich anders, maakt zich vaker op en gebruikt ineens parfum. Ze is ook vaak afwezig, alsof ze met haar gedachten ergens anders is. Hij kijkt naar de telefoon, pakt de hoorn op en belt zijn moeder. Terwijl hij naar de kiestoon luistert, bedenkt hij zich dat zijn moeder waarschijnlijk al onderweg is naar Annemiek. Net als hij weer wilt ophangen hoort hij de stem van zijn moeder. “Hey mam, ik dacht dat je bij Annemiek koffie ging drinken?”
“Oh Karel, wat een verrassing! Annemiek voelde zich niet zo lekker en ging lekker met thee en een boek op de bank.” Karel hangt verbaasd op, vanochtend was er niets aan de hand. Hij pakt de hoorn weer op en belt naar huis. Na vier keer overgaan, hoort hij zijn eigen stem die hem verteld dat ze de telefoon nu even niet kunnen oppakken en dat hij zijn boodschap na de pieptoon kan inspreken. Boos legt hij de telefoon neer, waarom neemt ze niet op?

Het is zeven uur als Karel de deur van het kantoor achter zich dicht trekt. Hij heeft nog een paar keer naar huis gebeld maar er werd steeds niet opgenomen. Wat spookt Annemiek toch uit?
Als hij thuiskomt, zit Annemiek in de keuken, op tafel staat een appeltaartje, ernaast ligt een mes. Annemiek kijkt op. “Hallo lieverd, er staat een stoofpotje in de oven.” Karel kijkt haar aan. “Ik heb op kantoor al een hapje gegeten. Is er koffie?”
Annemiek staat op en schenkt koffie in. Karel zakt op een stoel en kijkt haar aan. “Zo lieverd, wil je er een stukje appeltaart bij?” Hij knikt en kijkt toe hoe ze met het te grote mes een stukje appeltaart afsnijdt. Ze reikt hem het bordje aan en lacht. Hij pakt het bordje aan, waarom is ze nu weer zo vrolijk? Hij zet het bordje voor zich neer en prikt met een vorkje in de taart. Annemiek gaat op de stoel tegenover hem zitten. Ze buigt zich iets voorover. “Lieverd, ik moet je iets vertellen.” Rode vlekken trekken voor zijn ogen. “Nee!", schreeuwt hij, “Je mag me niet verlaten!” Hij pakt het mes van de tafel en steekt op haar in. Hij hoort haar gillen maar hij kan niet meer stoppen. Ze mag hem niet verlaten, hij kan niet zonder haar. Woest hakt hij op haar in. Na een tijdje zakt hij op zijn stoel, Annemiek ligt half onderuit in de stoel, alles zit onder het bloed. Hij kijkt naar zijn handen en laat het mes uit zijn bebloede vingers glijden. Op de achtergrond hoort hij de telefoon gaan.
Na de vierde keer hoort hij de klik van het antwoord apparaat, na de piep hoort hij zijn moeder. “Hallo lieverds, ik denk dat jullie aan het feestvieren zijn. Hartelijk gefeliciteerd met jullie zwangerschap!”


Geen opmerkingen:

Een reactie posten