Het
gezoem van de wekker maakt hem wakker. Lui steekt hij zijn hand uit en drukt op
de uitknop. Hij rekt zich uit en voelt naast zich, hij voelt een koude lege
plek. Annemiek is al uit bed. Hij rolt naar de rand van het bed en staat op.
Als hij op de overloop staat hoort hij haar zachtjes zingen. Snel duikt hij de
badkamer in.
Annemieke
kijkt op, met een schuin hoofd luistert ze naar het water van de douche. De
tafel is gedekt voor het ontbijt, de krant ligt netjes opgerold naast de
koffie. Ze voelt even aan haar buik en glimlacht.
Karel
komt naar beneden en kijkt om de hoek van de keukendeur. Hij ziet haar staan
bij het aanrecht. Ze draagt een korte zeegroene zomerjurk. Ze is licht
opgemaakt en haar wangen blozen, om haar lippen ligt een glimlach. Waarom is ze
de laatste tijd zo vrolijk? Ze draagt steeds vaker jurkjes terwijl ze normaal
altijd een broek aan heeft.
Hij
kucht zachtjes en loopt de keuken in. “Oh, goedemorgen lieverd,” zegt ze,
terwijl ze zich omdraait, “ik had je niet gehoord, wil je koffie?” Hij knikt en
pakt de krant. Voorzichtig gluurt hij over de rand, ze heeft weer die vreemde
blik in haar ogen. Karels ogen dwalen langs de krantkoppen. Met een zucht legt
hij de krant weg.
“Ik
heb het vandaag weer erg druk,” zucht hij, “ik weet niet hoe laat ik vanavond
thuis ben.”
Annemiek
kijkt hem aan. “Oké, bel je even als je naar huis komt?”
Karel
kijkt haar aan, waarom moet hij bellen? “Nee, zet mijn eten maar in de oven. Ik
warm het wel op als ik thuis kom.”
Annemiek
haalt haar schouders op. “Je moeder komt vandaag koffie drinken, zal ik vragen
of ze deze zomer een paar dagen hier komt?”
“Dat
is een goed idee, anders zit ze maar alleen in haar flatje en heb jij ook wat
gezelschap als ik op werk zit.”
Annemiek
lacht. “Ja, dat dacht ik dus ook al. Ik zal het haar straks meteen vragen.” Karel
staat op. “Nou, lieverd tot vanavond.” Hij geeft een kus op haar voorhoofd en
ruikt haar parfum. Annemiek loopt achter hem naar de voordeur. “Dag, maak je
het niet heel erg laat?” Hij steekt zijn hand omhoog terwijl hij naar de auto
loopt. “Ik beloof niets!”
Annemiek
ruimt de tafel af, ze zet de radio aan en neuriet zachtjes mee met de muziek.
Als de afwas gedaan is zakt ze met een kop thee op een stoel. Ze pakt de
telefoon en belt haar schoonmoeder.
“Hoi
Anja, met mij. Ik ga zo naar het ziekenhuis.”
Anja
klinkt blij. “Oh, Annemiek ik hoop zo dat het allemaal goed is! Bel je me nog
als je de uitslag weet?”
Annemiek
glimlacht en voelt weer aan haar buik. “Natuurlijk, bel ik je. Ik heb aan Karel
voorgesteld dat je deze zomer een paar dagen hier komt. Hij vond het een goed
idee.”
“Fantastisch,
dan kan ik je mooi helpen met de kamer!”
Karel
zit op kantoor en staart voor zich uit, Annemiek doet de laatste tijd zo
vreemd. Wat is er toch aan de hand? Ze kleedt zich anders, maakt zich vaker op
en gebruikt ineens parfum. Ze is ook vaak afwezig, alsof ze met haar gedachten
ergens anders is. Hij kijkt naar de telefoon, pakt de hoorn op en belt zijn
moeder. Terwijl hij naar de kiestoon luistert, bedenkt hij zich dat zijn moeder
waarschijnlijk al onderweg is naar Annemiek. Net als hij weer wilt ophangen
hoort hij de stem van zijn moeder. “Hey mam, ik dacht dat je bij Annemiek
koffie ging drinken?”
“Oh
Karel, wat een verrassing! Annemiek voelde zich niet zo lekker en ging lekker
met thee en een boek op de bank.” Karel hangt verbaasd op, vanochtend was er
niets aan de hand. Hij pakt de hoorn weer op en belt naar huis. Na vier keer overgaan,
hoort hij zijn eigen stem die hem verteld dat ze de telefoon nu even niet
kunnen oppakken en dat hij zijn boodschap na de pieptoon kan inspreken. Boos
legt hij de telefoon neer, waarom neemt ze niet op?
Het
is zeven uur als Karel de deur van het kantoor achter zich dicht trekt. Hij
heeft nog een paar keer naar huis gebeld maar er werd steeds niet opgenomen.
Wat spookt Annemiek toch uit?
Als
hij thuiskomt, zit Annemiek in de keuken, op tafel staat een appeltaartje,
ernaast ligt een mes. Annemiek kijkt op. “Hallo lieverd, er staat een stoofpotje
in de oven.” Karel kijkt haar aan. “Ik heb op kantoor al een hapje gegeten. Is
er koffie?”
Annemiek
staat op en schenkt koffie in. Karel zakt op een stoel en kijkt haar aan. “Zo
lieverd, wil je er een stukje appeltaart bij?” Hij knikt en kijkt toe hoe ze
met het te grote mes een stukje appeltaart afsnijdt. Ze reikt hem het bordje
aan en lacht. Hij pakt het bordje aan, waarom is ze nu weer zo vrolijk? Hij zet
het bordje voor zich neer en prikt met een vorkje in de taart. Annemiek gaat op
de stoel tegenover hem zitten. Ze buigt zich iets voorover. “Lieverd, ik moet
je iets vertellen.” Rode vlekken trekken voor zijn ogen. “Nee!", schreeuwt
hij, “Je mag me niet verlaten!” Hij pakt het mes van de tafel en steekt op haar
in. Hij hoort haar gillen maar hij kan niet meer stoppen. Ze mag hem niet
verlaten, hij kan niet zonder haar. Woest hakt hij op haar in. Na een tijdje
zakt hij op zijn stoel, Annemiek ligt half onderuit in de stoel, alles zit
onder het bloed. Hij kijkt naar zijn handen en laat het mes uit zijn bebloede
vingers glijden. Op de achtergrond hoort hij de telefoon gaan.
Na
de vierde keer hoort hij de klik van het antwoord apparaat, na de piep hoort
hij zijn moeder. “Hallo lieverds, ik denk dat jullie aan het feestvieren zijn.
Hartelijk gefeliciteerd met jullie zwangerschap!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten