Het
startschot klonk. De dames stoven weg, nou ja stoven …. Ze moesten op hoge
hakken over kleine klinkertjes rennen en dat gaat natuurlijk niet zo best. Het
parcours was uitgezet op het oude marktterrein. Een prachtig stukje historie
tussen de moderne gebouwen. Helaas bestond deze route ook uit historische
kinderkopjes en klinkertjes die, zo te zien, nog in de middeleeuwen waren
gelegd. De straten bestonden uit mooie glooiingen en diepe kuilen. Hier en daar
stak een klinkertje uit of miste er een paar. Maar dat mocht de pret niet
drukken.
De
dames deden hun best, met moeite renden ze over het parcours. De presentator
die op een rood kleedje bij de finish stond keek ademloos toe. Het was een kleine
man met een blauwe broek die met rode bretels over zijn flinke buik omhoog werd
gehouden. Met bewondering in zijn ogen keek hij hoe de dames over het terrein
struikelden. Stiekem hoopte hij dat er vlak bij hem eentje zou vallen, hij zou
dan met groots gebaar haar opvangen en haar even stevig tegen zich aan drukken.
Dromerig keek hij hoe de dames de bocht om gingen.
Halverwege
de route stond een kleine EHBO tent, voor de tent zat John op een klapstoeltje
te kijken. Hij schudde zijn hoofd, ongelofelijk dat die dames hun enkels willen
breken voor een minuutje gratis winkelen.
De
groep gillende dames kwam dichterbij. Een mooie brunette lag aan kop. Opeens
bleef ze vast zitten met haar hak tussen de klinkertjes. Met woeste rukken
probeerde ze los te komen terwijl de andere deelneemsters lachend voorbij
kwamen. John stond op van zijn stoel, misschien kon hij helpen. De dame in nood
keek op en trok aan haar schoen. Eindelijk schoot hij los, de dame hield haar
schoen triomfantelijk in de lucht. Snel deed ze de schoen weer aan een
strompelde verder. Met een zucht van verlichting ging John weer zitten.
De
dames naderden nu een scherpe bocht. John keek angstig naar de steeds
dichterbij komende dames. Ze liepen dicht bij elkaar en als je naar hun lange
benen keek leken ze wel een kudde herten die angstig voor een leeuw weg
vluchten. Gillend van de lach kwamen ze voorbij, de hakken klikten op de
steentjes. Ze waren nu op de helft van het parcours en alle dames waren nog in
de race.
De presentator zag ze dichterbij komen. Een blonde, rode en
donkerharige dame lagen aan kop. De presentator bekeek de dames, van hem mocht
de blonde wel winnen, die zou hij eens een flinke pakkerd geven! Ze gingen
steeds sneller en sneller. De blonde verzwikte haar enkel, viel en bleef
beteuterd op de grond zitten. De rode dame haalde haar in en keek achterom, ze
stak haar hand op om te zwaaien en gleed uit over een kinderkopje. Met een
zwaai vloog ze uit de bocht en kwam met een plofje in de strobalen langs de
route terecht. De donkere dame glimlachte en snelde de onfortuinlijke twee
voorbij. De presentator zette zich schrap, de donkere dame kwam snel dichterbij
en hij wilde haar graag opvangen. Ze kwam door de finish en struikelde over de rode
loper zo de armen van de presentator in. Vol van verrukking hield hij de dame
stevig vast. “Gefeliciteerd!” riep hij vrolijk en kuste haar vol op de mond. De
dame spartelde flink tegen maar de presentator liet zich niet tegenhouden. Toen
hij eindelijk losliet hoorde hij een zware stem: “Bedankt vriend, ik heb de
poten uit mijn lijf gerend.”
De
presentator wankelde naar achter en zag dat de dame eigenlijk een verklede man
was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten